Willem Francis Braekers is geboren op 21 mei 1770 te Beek als zoon van Bartholomeus Gerard en Maria Agnes Janssen.Hij is landbouwer, handelaar en brouwer. Hij huwt op 2 augustus 1793 in Stramproy met Maria Smeets, dochter van Jean en Anna Margarita Geebels. Ze krijgen 7 kinderen. Zij overlijdt op 23 april 1811 in Beek.

Op 3 thermidor XI = 22 juli 1803 is Frans Braekers burgemeester. Hij volgt Nicolas Kesters op. De laatste akte die hij ondertekent is van 16 februari 1808.

Frans hertrouwt op 4 februari 1813 in Beek met Joanna Catharina Scheijmans, geboren in december 1770 in Kessenich als dochter van Antoine en Maria Reijven. Ze krijgen 1 zoon. Zij overlijdt op 13 oktober 1845 in Beek.

Hijzelf sterft op 1 september 1849 in het huis gelegen in het dorp met nummer 63. In het bevolkingsregister staat dat hij in 1846 “op Kusters” woonde. Dit is op Kusters of Hugo Hof. Dat ligt vlakbij de kerk en staat in het kadaster van 1840-1843 ingeschreven onder sectie B n° 326, 327, 328 en 329.

In 1846 is er een volkstelling waarbij ook de woningen en de beroepen worden geteld en er is ook een industrie- en een landbouwtelling aan gekoppeld. (Over de woningentelling heb ik het in een ander artikel)

Frans Braekers is in 1846 al een bejaarde landbouwer van 77 jaar maar hij vult toch heel gewetensvol het model B van de Statistiek van den landbouw in. Dat model heb ik niet in mijn bezit maar hij heeft alles gelukkig nog eens op zijn manier overgeschreven in een klein schriftje. Dat is natuurlijk niet zo duidelijk als op een formulier maar we kunnen er toch heel wat informatie uithalen. Onder de link bevindt zich originele document. Mijn transcriptie ervan bevindt zich onderaan mijn tekst. De links heb ik gevonden in een boek op internet “Geschiedenis van de Landbouw in Limburg 1750-1914.” geschreven door J.F.R. Philips, J.C.G.M. Jansen en J.A.H. Claessens en uitgegeven door de Bestendige Deputatie van de Provincie (Nederlands) Limburg in 1965. Het zou natuurlijk interessant zijn als we zijn bedrijf zouden kunnen vergelijken met dat van andere landbouwers in Beek of in de omgeving. Wel kunnen we zeker zeggen dat het geen klein bedrijf was. Dat blijkt ook uit al zijn bezittingen waarover we het nog eens in een ander artikel zullen hebben.

Hieronder bundel ik de informatie die in het document staat. Daaruit blijkt

– dat 2 mannen zich gewoonlijk met de landbouw bezighouden, dat hij 4 mannelijke en 4 vrouwelijke dienstboden in dienst heeft, dat hij 16 mannelijke en 14 vrouwelijke dagloners te werk stelt.

Over het aantal beesten hebben we ook gegevens. (De links komen uit voormeld boek en geven een beetje duiding.) Hij heeft

1 merrie en 1 ruin van meer dan 3 jaar oud, (over paarden), 4 ossen, 7 koeien, 5 jonge ossen, 5 vaarzen, 1 geit en 3 varkens. In een volgende rubriek worden nog eens 7 melkkoeien en 3 varkens vermeld.

Over de teelten komen we onder rubriek 11 te weten welke teelten er waren en op hoeveel grond. Ik geef ze hier in volgorde van oppervlakte.

rogge 7 h 25 a 5 c, boekweit 1 h 62 a 12 c, haver 1 h 62 a, klaver 1 h 50 a 7 c, aardappelen 80 a, gerst 50 a, vlas 48 a, spurrie 31 a, koolzaad 14 a, erwten 13 a 2 c, tarwe 12 a, wortelen 4 a, rapen 3 a 3 c en hennep 2 a.

Hij voegt er ook nog “verschillende landbouwingen” aan toe op 30 a 53 c. Hij komt zelf aan een totaal van 14 h 53 a 70 c. Ik tel er 14 h 56 a 29 c. Dat zijn bouwlanden waarvan hij eigenaar is of waarvan hij het vruchtgebruik heeft. Daarin zijn ook de 1 h 12 a begrepen die hij pacht.

Onder rubriek 16 vermeldt hij

bos 6 h 83 a 20 c, hooiweiden 4 h 40 a 40 c, boomgaerden 18 a 20 c, moeshoven 13 a, hei en lege gronden 76 a 10 c.

Zijn totaal voor de rubrieken 11 en 16 is 26 h 44 a 60 c, ik kom op 26 h 84 a 60 c.

In rubriek 25 komen daar nog bij

spurrie 5 h, wortelen 1 h 1 a, navruchten rapen 1 h 0 a 3 c, aardappelen 4 a 2 c, andere opbrengsten 20 a. Dat geeft een totaal van 7 h 25 a 5 c.

In 1796 is navraag gedaan naar de teelten en oppervlakten die ze in beslag namen. We vinden de tabel met gegevens op blz. 56 van de “Geschiedenis van de Landbouw in Limburg 1750-1914.”

Ik heb vooral gekeken naar de gegevens over Bree en zie daar vele vergelijkingspunten met de statistiek van François. Ik geef hier het grondgebruik in percentages van de bodem in volgorde van belangrijkheid. Je kan zien dat het belang van de teelten van François zowat overeenkomt met die van Bree.

boekweit 38,9, rogge 32,3, natuurlijke weiden 8,4, bossen 4,4, vette weiden 4,3, aardappelen 3,8, haver 3,5, vlas 2,5, gerst 0,7, koolzaad 0,4, erwten en wikken 0,3, hennep 0,3, tarwe 0.

Zie hier de transcriptie van het originele document met de oorspronkelijke lay-out:

Afschrift van het bulletin n° 16 der gemeente van de kadastrale meeting der eigendommen van …1

Lijst nr B Provincie Limburg. Statistiek van den landbouw (model nrB)

Burgerlijk arrondissement Maeseijk, gemeente Beeck

Lijst der te nemen inlichtingen (besluit van 12 junij 1846)

Naem van den aengever Braekers Fra straet dorp, nr van wooning

I Landbouwelijke bevolking, boven de 12 jaren

1e leden des huisgezind die zich gewoonlijk met den landbouw bezig houden. Mannen 2. 2e dienstboden mannen 4. vrouwen 4. 3e daglooners mannen 16. vrouwen 14

II 4e peerden boven de 3 jaren merrien 1. ruinen 1. 5e ossen 4. koeijen 7. 6e jonge ossen 5. veerzen 5. 9e geiten 1. 8e verkens 3.

III 16e bouwlanden ten titel van eigendom of vruchtgebruik 13 h 41 a 70 c. in pacht 1 h 12 a 00 c zamen 14 h 53 a 70 c.

IV aerd en verdeeling der landbouwingen. 11e tarwe 00 h12 a 00 c. rogge 7 h 25 a 5 c. gerst 50 a. haver 1 h 62 a. erwten 13 a 2 c. boekwijt 1 h 62 a 12 ca. koolzaed 14 a. hennep 2 a. vlas 48 a. rapen 3 a 3 c. wortelen 4 a. aerdappelen 80 a. klaver 1-50-7. spurrie2 31 a. verschillende landbouwingen 30 a 53 zamen 14-53-703. 16e hooiweiden 4 h 40 a 40 c. boomgaerden 18 a 20 c. moeshoven 13 a. bosschen 6 h 83 a 20 c. hei en leege gronden 76 a 10 c zamen gronden 26 h 44 a 60 c4

25e navruchten rapen 1 h 0 a 3 c. wortelen 1-1-0. spurrie 5 h-0-0. aerappelen 4 a 2c. andere opbrengsten 20 a zamen 7 h 25 a 5 c.

26e melkkoeijen 7. 28e verkens 3.

1de statistiek staat in blauw schriftje, p. 2 ; dit komt komt op blad 3

2wiki De gewone spurrie komt in het wild voor, maar werd vroeger ook veel verbouwd op arme zandgrond voor veevoer.

3de optelsom van 11e (zonder die 30 a 53) is eigenlijk 14 56 29

4de optelsom van 14 53 70 en 12 30 90 (van 16e) is 26 84 60

NO COMMENTS
Post a comment