Charles François
Hij is geboren te Peruwelz op 4 maart 1829 in het huis van zijn vader in het gehucht Bonsecours n° 14. Getuigen zijn Amand Pouille, een herbergier van 23 en Charles Joseph Vincent, een beëdigd landmeter van 44. Hij sterft te Wez‑Velvain op 17 juli 1830 na 16 maanden en half in het huis van zijn grootvader, Pierre Joseph Debaisieux, een landbouwer van 60 jaar, die samen met vader Charles Antoine het overlijden komt aangeven. Enkele maanden later zou zijn naam overgaan op het tweede kindje uit het gezin.
Charles François
Hij is in Bon-Secours, een gehucht van het Henegouwse Péruwelz, geboren op Sinterklaasdag van het jaar 1830 om 8 uur ’s avonds. Getuigen zijn Pierre Ursmer Joseph Dubois, 31, ook een douanebeambte in het grensdorp Péruwelz en Pierre François Debaisieux, 21, een landbouwer uit Guignies. Deze is waarschijnlijk een jongere broer van Valentine, de moeder. Hij was toen 21 en is dus geboren rond 1809.
Charles François verhuist met het gezin mee naar Dour, Bury, Uikhoven en Rekem. Daarna gaat hij ook mee naar Lanaye maar hij komt pas een jaar later als de anderen in Lanaken wonen, namelijk op 21 november 1848.
Hij is dan 18, ongehuwd en zonder beroep. In 1850 echter, als hij 20 is, moet hij loten voor zijn legerdienst want hij is van de lichting 1850. Zoals blijkt uit de militielijst van Lanaken, loot hij het nummer 28 en op 14 maart 1850 luidt de uitspraak van de militieraad : “Exempté pour une année comme étant au service”.
Hij wordt inderdaad van dienst vrijgesteld omdat hij dan soldaat van beroep is. Hij dient bij het tweede regiment Artillerie onder het nummer 7887. Dit zal wel in Luik gelegerd geweest zijn, vermits als verblijfplaats van Charles François, Luik wordt opgegeven. Verdere inlichtingen op deze militielijst leren ons dat hij kan lezen en schrijven en dat hij een klein aangezicht heeft, een laag voorhoofd, bruine ogen, een lange neus, een grote mond, een ronde kin, bruin haar en dito wenkbrauwen. Hij is met zijn 1 m 70 vrij groot voor die tijd.
In 1854 vertrekt hij samen met de familie vanuit Lanaken naar Reppel. Hij is dan schijnbaar zonder beroep. Vanaf 1857 woont hij in Lanklaar, waar hij op 7 juli 1858 trouwt met een weduwe, Maria Rosa Peeters. Hij is er dan 27, daghuurder van beroep, en zij is er 37. Opvallend is dat de 4 getuigen bij het huwelijk allen douaniers zijn zoals vader Charles Antoine. Getuige Lamote is zijn zwager, want getrouwd met zijn zus Euphrasie Hortance.
Deze Maria Rosa is de dochter van de dagloner Jean Peeters en van Maria Helena Vancleef, “huisbestierster”, beiden van Dilsen. Ze is geboren in Dilsen op 19 augustus 1820 om 3 uur ’s morgens. Als ze 27 is, in 1847, trouwt ze een eerste maal, met Pieter Cornelis Breuls, geboren rond 1798 in Lanklaar en kuiper van beroep. Pieter is dus zo’n 22 jaar ouder dan haar en als ze met Charles François trouwt is ze zelf zo’n 10 jaar ouder dan hij. Pieter Cornelis Breuls heeft Maria Rosa 4 kinderen geschonken:
Isabelle, geboren op 3 februari 1848, getrouwd te Lanklaar op 7 april 1880 en verhuisd naar Neerpelt op 20 juli van dat jaar; Helena Hubertina, geboren op 3 november 1849 en er gestorven op 11 november van hetzelfde jaar; Pieter Jan Hubert, geboren op 7 oktober 1850 en tenslotte Christina Hubertina, geboren op 10 juli 1852.
Op 3 januari, om 11 uur ’s avonds overlijdt Pieter Cornelis.
Met Charles François woont Maria Rosa Peeters (ook wel eens Peters geschreven) in de Dorpsstraat n°3. Ze krijgen 3 kinderen: Marie Agnes, Charles Antoine en Fortuné Charles.
Uit de verschillende akten kunnen we afleiden dat Charles François verschillende beroepen uitgeoefend heeft: dagloner, herbergier (in 1861), werkman en zelfs winkelier.
We weten (nog) niet waar en wanneer hij gestorven is. Wel hebben we nog een aantal gegevens over hem kunnen vinden.
Op 11 september 1873 is hij peter van zijn nichtje Catherine Lucie Amand, dochter van Jean Baptiste Henri.
Op 19 mei 1878 is hij leenpeter van een zekere Maria Theresia Brems, dochter van François en Elisabeth Brouwers, gehuwd in Lanklaar. Hij is peter in plaats van Mathieu Brouwers. Meter is vroedvrouw Pauline Smeets in plaats van Maria Brems uit “Aspricolli” = Scherpenheuvel.
Op 11 februari 1885 sterft zijn vrouw op 64 jarige leeftijd te Lanklaar en ze wordt er 2 dagen later begraven.
Van haar weten we nog dat ze meter is geweest van Karel Hubert Breuls geboren op 7 oktober 1864, zoon van Martin en Marie Catherine Hubertine Willems, gehuwd in Stokkem. Peter daar is René Willems in plaats van Karel Willems uit Stokkem.
Op 6 november 1898 geeft Charles François het overlijden van zijn broer Jean Baptiste Henri aan in Lanklaar en is hij werkman in … Düsseldorf. Misschien is hij daar wel “brikkenbakker”, een beroep waarover we het verder nog hebben.
Hier drie van de vele handtekeningen van hem waaruit blijkt dat hij een vast geschrift had.
Euphrasie Hortance
Ze wordt geboren op 28 december 1832 om 3 uur ’s morgens te Dour in de provincie Henegouwen. Getuigen bij de aangifte zijn François Harmegnies, 25, en Thimothée Harmegnies, 28, allebei van Dour. De “premier assesseur” is dezelfde als twee jaar later in 1834 en ook getuige François Harmegnies is er dan bij. Op deze akte vinden we niet alleen de mooie handtekening van haar vader, maar ook zijn parafe.
Euphrasie Hortance wordt ’s anderendaags gedoopt. Peter is Boniface Courselle en meter Anne Marie Etiasme, beiden van Dour en ons voor de rest onbekend.
Euphrasie is met het douaniersgezin door België getrokken en is via Bury, Uikhoven, Rekem, Lanaye en Lanaken in Reppel terechtgekomen op 9 augustus 1854. Daar is ze op 21 april 1856 om 4 uur in de namiddag door burgemeester Jacobus Dominicus Boonen in de echt verbonden met Jean Joseph Lamote, 37 jaar oud.
Zij is dan 23 en zonder beroep. De getuigen bij dit huwelijk zijn vier inwoners van Reppel, Pierre Louis Carolus, 36, ambtenaar, Weltjens, 50, ambtenaar, Joseph Paulus, 57, ambtenaar en Martinus Hubertus Boonen, 28, akkerman. De bruid kan niet schrijven. Haar man is te Ieper geboren op 27 april 1818, als zoon van de werkman Martin Joseph, gestorven te Ieper in 1834, en van Catherine Thérèse Françoise De Grou, huishoudster.
Jean Joseph is ambtenaar der douanen te Bocholt en heeft zodoende voor zijn huwelijk de toestemming nodig van de minister van Financiën; “toestemmende, en ten dezen eijnde bevoegd door ministerieel besluit van den elfden maart jongstleden”, zo staat in de akte.
We geven hier de letterlijke Franse tekst – met fouten – van die toestemming. Demande d’autorisation de contracter mariage. Bruxelles, le 11 mars 1856, Le Ministre des Finances,
Vu la demande du Sr Lamote Jean Joseph, préposé des douanes à Bockholt tendant à obtenir l’autorisation de contracter mariage avec la demoiselle Amand, Hortense, fille du Brigadier de ce nom demeurant à Reppel; Vu l’art. 86 Litt B de l’arrêté organique du 24/4/1849, Re 68; Vu le rapport de Mr le Directeur des Contributions à Hasselt en date du 3 décembre 1855, ainsi que les pièces y annexées; Considérant que ce préposé ainsi que le père de sa future remplissent leur devoirs d’une manière satisfaisante et tiennent une bonne conduite;
Décide
Le Sr Lamote Jean Joseph préposé des douanes dans le Limbourg, est autorisé à contracter mariage avec la demoiselle Amand H. demaurant à Reppel. Au nom du ministre, Le Directeur Général(signé) Adan. Pour copie conforme, Le Directeur (signé) Sohier
(parafe de J.J. Lamote)
Zowel Jean Joseph Lamote als Charles Antoine Amand voldeden dus op bevredigende wijze hun plichten en waren van goed gedrag. Het jonge paar vestigt zich in Bocholt waar negen maanden na hun huwelijk Charles Louis geboren wordt op 31 januari 1857. Het gezin verhuist daarna naar Lommel en na een kortstondig verblijf aldaar op 1 april 1858 trekken ze naar Lanaken. Ze nemen hun intrek in het huis met nummer 10 te Smeermaas. Grootmoeder Catherine De Grou woont bij hen in. Ze is dan 65, want geboren op 29 maart 1793 te Wijsgate in West-Vlaanderen.
Op 7 juli 1858 is Jean Joseph getuige bij het huwelijk van zijn zwager Charles François Amand met Maria Rosa Peeters in Lanklaar.
Dertien maanden later, op 18 december 1859, om 10 uur, wordt in Lanaken weer een zoontje geboren, aan wie ze dezelfde naam geven. Op 29 maart 1862 moet onze douanier echter weer vertrekken met zijn gezin en hij gaat zich vestigen in Lanaye. Daar zijn ze ingeschreven op 9 april. Ze wonen er tot 1868 in de chemin du Hameau n° 5. Euphrasie Hortance is daar “visite au bureau des douanes”. Zij moet er dus waarschijnlijk de vrouwelijke smokkelaars controleren. Catherine Thérèse Françoise De Grou is pas op 29 maart 1869 ingeschreven.
Euphrasie Hortance wordt als meter vervangen bij de doop van haar neefje, Charles Fortuné Amand op 16 oktober 1863 in Lanklaar. Dit is het zoontje van Charles François Amand.
Het paar Lamote-Amand krijgt nog drie kinderen in Lanaye, in 1862, 1864 en 1867. Een terugkerende naam bij de getuigen daar is Jean Louis Hubert Van Caubergh, een 52 jarige boekhouder. Zoals ook uit de overlijdensakte van Marie Agnes Hennen blijkt, is deze man een buur van Charles Antoine Amand. Woonden de gezinnen Amand en Lamote misschien samen in de Dorpsstraat nummer 56?
Op 30 maart 1868 is het gezin dan naar Vroenhoven vertrokken. Daar krijgen ze nog 3 kinderen, in 1869, 1871 en 1873. Dan is de vader 55 en de moeder 41. Catharina De Grou is er overleden op 18 januari 1876 “ten zijne woonhuize te Montenaeken gestaan”. Dat staat in alle overlijdensakten van Vroenhoven in die tijd. Vroenhoven heette vroeger Montenaken.
Op 29 juni 1876 wordt Hortance in Lanklaar als meter vervangen werd bij de doop van haar nichtje Valentine Hortance Amand, dochter van haar broer Jean Baptiste Henri. En dan vinden we het gezin terug in Maaseik. In het bevolkingsregister vinden we dat ze wonen in de Eikerstraat 58 vanaf 2 maart 1879. Zie hier wie er nog woont en wat er van hen geworden is:
– vader Jean Joseph Lamote (overleden op 18-02-1883)
– moeder Euphasie Hortance Amand (naar “Molenbeek St Jean” vertrokken op 22 september 1892 en er op 5 oktober ingeschreven)
– Charles Louis Lamote (naar Antwerpen vertrokken op 11 september 1881 en er ingeschreven op de 19de)
– Henri Joseph Lamote (ook naar Antwerpen vertrokken maar al op 2 september 1882 en er ingeschreven op de 12de)
– Marie Thérèse Eugenie Lamote (naar Luik vertrokken op 15 maart 1880)
– Agnes Hélécine Lamote (naar Brussel vertrokken op 1 september 1883 en er de 6de ingeschreven)
– Julie Marie Joséphine Lamote (naar Schaarbeek vertrokken op 9 november 1887 en er ingeschreven op de 23ste)
– Georges Louis Jean Lamote
– Guillaume Marie Hubert Lamote
– Pierre Jean Antoine Lamote (met zijn moeder naar Sint Jans Molenbeek)
– en verder nog hun vader en grootvader Charles Antoine Amand (er overleden op 16 oktober 1882)
Op 1 augustus 1879 wordt Jean Joseph Lamote als peter en naamgever van mijn grootvader, Jean Joseph Amand, in Lanklaar eveneens vervangen. In de doopakte staat dat hij “ex Mosaci” was en dat klopt dus met de gegevens uit het bevolkingsregister.
Jean Joseph sterft er dus op 18 februari 1883. Zijn overlijden wordt aangegeven door een vriend, Jean Mathieu Alers, 37 jaar, en een buur Pierre Jean Doumen, 41 jaar, beiden douaniers in Maaseik.
Euphrasie Hortance is dan naar St Jans Molenbeek vertrokken op 22 september 1892 en daar ingeschreven op 5 oktober. Ze woont nog in Schaarbeek in 1898 als haar zoon Guillaume (Willem) Marie Hubert trouwt in Kampenhout. Ze zou in Schaarbeek gestorven zijn.
Jean Baptiste Henry (zie elders informatie over mijn overgrootvader)
Fortuné Joseph
Fortuné is evenals zijn oudere broer Charles François in de buurt van Péruwelz geboren, namelijk in Bury, een dorp dat toen rond de 900 inwoners telde. Hij ziet het levenslicht in de ochtend van 24 februari 1838. Getuigen bij de aangifte zijn Pierre Michel Gosselin en Martin Gosselin, twee dagloners uit Bury van respectievelijk 50 en 52 jaar, die verklaren niet te kunnen tekenen. Hij is bij zijn vader in Lanaye, daarna in Lanaken van 2 oktober 1847 tot 9 augustus 1854, dag dat ze naar Reppel vertrekken. Daar blijven ze tot 30 september 1857 en vertrekken dan naar Lanklaar. Fortuné is in Lanaye tweemaal peter van dochters van zijn zus Euphrasie Hortance, namelijk in 1864 en 1867.
In dat jaar sterft hij op 11 augustus om 3 uur in de namiddag. Zijn vader, Charles Antoine, toen gepensioneerde douanier, en Dieudonné Cluten, 68, veldwachter en buur van de overledene, komen het overlijden ’s anderendaags ’s morgens om 8 uur aangeven. Fortuné is waarschijnlijk op een warme augustusnamiddag gaan zwemmen in de Maas en erin verdronken, want we lezen in de overlijdensakte van de Burgerlijke Stand dat zijn lijk uit de Maas werd gehaald. Er staat: “au lieu dit le grain en cette commune, endroit où le cadavre a été retiré de la Meuse”. In de parochieregisters staat eveneens vermeld dat hij “submersus est”, d.i. verdronken. Hij is dan 29 en nog vrijgezel. Van beroep was hij dienstbode.
Louis Joseph
Hij is de eerstgeborene van een tweeling die op 5 november 1839 om 1 uur ’s nachts te Uikhoven wordt geboren. Getuigen bij de aangifte om 10 uur zijn Jan Sleijpen, een landbouwer van 60, en Gilis Gerets, 46 en veldwachter. Burgemeester is Pieter Beckers. Hij wordt op dezelfde dag gedoopt. Eigenaardig is dat er staat “heri natus”, dat zou dus op 4 november zijn… maar ja om 1 uur ’s nachts lijkt dan al een dag eerder. Peter is Nicolaus Guillard, een douanier in Uikhoven, en meter Maria Theresa Deplanche, dochter van een douanier, eveneens uit Uikhoven.
Hij verblijft met zijn familie in Reppel, Leukeneind 5, waarschijnlijk van 9 augustus 1854 tot 30 september 1857. Dan vertrekken ze naar Lanklaar.
Hij huwt te Antwerpen op 5 november 1868. Dan is hij, dag op dag, 29 jaar. Zijn vrouw is Augustine Antonie Barbara Mous, geboren te Willebroek op 25 januari 1836 als dochter van Adrianus Mous en Maria Catharina Beuckeleer. Zij is dan weduwe van Amatus Pieter Joseph Meulebrouck. Van beroep is hij dan “magazijnier, voorheen beambte der douanen”. Getuigen zijn Eugène François Leopold Amand, broer (dit is niet juist, het is zijn neef) van de bruidegom, 31 en douanebeambte, en verder nog Carolus Amende, herbergier en Andreas Mous. Bruid en bruidegom wonen in de Vliegenstraat. Ze krijgen 3 kinderen, die alle drie heel jong sterven. De eerste is op kerstdag 1868 geboren, dit is dus ongeveer anderhalve maand na het huwelijk. Louis Joseph is dan magazijnier en woont in de Dahliastraat 240, sectie 2. Bij de geboorte van het tweede kind in 1870 is hij herbergier en woont op het Falconsplein 49, sectie 2. In augustus van dat jaar sterft dit kind, in “zijne woning Zwarte Zusterstaat 12”. Als beroep staat er dan natiebaas. Zo iemand is (volgens de site http://www.geschiedenisvanantwerpen.be/forum/viewtopic.php?t=67) leider van de ploeg havenarbeiders die met hun paarden en krengen (een zeer lage platte wagen op vier wielen) de goederen, die gelost waren vanuit het schip op de blauwe steen, onder dak of in het magazijn brengen en omgekeerd. De natiebazen hadden een kaart als bewijs van hun beroep. Bij de geboorte van het derde kind in 1873 staat arbeider en als adres Walenstraat 53, sectie 5 en bij het overlijden van dit kind enkele maanden later, staat er Bernardussteenweg 109, sectie 6. Al is hij dan geen douanier meer, het verhuizen houdt dus blijkbaar niet op.
Voor het overige weten we van hem nog dat hij op 29 juli 1876 te Lanklaar als peter vervangen wordt bij de geboorte van zijn nichtje Valentine Hortense Amand, dochter van Jean Baptiste Henry. Op 6 september 1887 vinden we twee akten bij notaris Van den Weyngaert, Henri Hubert te Antwerpen. De twee partijen zijn Louis Jozef en zijn echtgenote. Het betreft een “gift onder levenden”, te vinden in search.arch.be, notariaat Antwerpen rep: 18253 – n°0129. In de akte 0130 is er een gift van Louis aan Augustina op dezelfde dag.
Hypolithe Eugène Napoleon
Over hem dus dezelfde gegevens in de Burgerlijke Stand: geboren te Uikhoven om 1 uur in de nacht van 5 november 1839, met dezelfde getuigen. Hij wordt ook dezelfde dag gedoopt. Merkwaardig is wel dat hij vóór zijn tweelingbroer ingeschreven is in de doopregisters, terwijl dat in de akten van de Burgerlijke Stand net andersom is. Zijn peter is Jacobus Nicolaus Frissen, een douanier in Uikhoven. Meter is Maria Ida Opsteyn van Uikhoven.
Hypolithe is als jong kind van nog geen vijf jaar in Ternaaien gestorven op 17 juli 1844 om 4 uur in de namiddag, in het huis van zijn vader. Deze was er toen iets meer dan vier maanden eerder hertrouwd.
Zijn overlijden wordt om 8 uur ’s anderendaags aangegeven door zijn vader en door Jean Henquet, een landbouwer van 70 jaar, die geen familie van de overledene is en in maart van datzelfde jaar getuige is bij de trouw van Charles Antoine met Marie Agnes Hennen. Burgemeester is Jean Henri Henquet. In het parochieregister staat bij de overlijdensakte dat het “tenellum corpus”, dit is “het heel tere, heel jonge lichaam”, ’s anderendaags begraven werd. Lanaye behoorde toen tot het arrondissement Tongeren.
Leopold
Hij is geboren te Uikhoven aan de Maas om 3 uur in de ochtend van 11 januari 1842. De aangifte wordt gedaan op 12 januari om 14 uur in tegenwoordigheid van Machiel Beckers, een landbouwer van 30 jaar en van Louis Joseph Col, 39, onderbrigadier der douanen. Burgemeester is Pieter Beckers, die die functie ook al uitoefende in 1839. De akte volgend op die van Leopold, de tweede van dat jaar, is die van een zoontje van getuige Col, geboren de dag nadien. En wie was daarbij een van de getuigen? Jawel, Charles Antoine Amand. Waarschijnlijk zijn het vrienden of gewoon collega’s. Beiden zijn douaniers en ongeveer van dezelfde leeftijd, rond de 40. Leopold wordt nog op de dag van zijn geboorte gedoopt. Peter is Louis Joseph Col, weer hij, en meter Anna Gertrude Bongaerts van Rekem. Zoals blijkt uit de daarop volgende doopakte, heeft deze Col, Charles Antoine niet als peter gevraagd. Misschien had hij in Uikhoven en omgeving genoeg familie want hij was getrouwd met een zekere Marie Eelen uit Echt, aan de andere kant van de Maas.
Leopold is natuurlijk met zijn familie meegereisd: in 1844 in Lanaye, van 1847 tot 1854 in Lanaken, van 1854 tot 1857 in Reppel. Bij zijn dood is hij in Luik bij het leger, maar gedomicilieerd in Uikhoven. Charles Antoine heeft dan Lanklaar als woonplaats, volgens de akte. Leopold sterft jong, amper 23. In zijn overlijdensakte, opgesteld te Luik, en ingeschreven te Uikhoven op 15 april 1865, kunnen we lezen dat hij als vrijgezel overleden is op 3 februari van dat jaar. Hij was brigadier in het derde artillerieregiment. Getuigen bij zijn overlijden waren Jean Baptiste Vanchevergem, 44 en Pierre Joseph Claeys, 44, beiden gedomicilieerd in Luik.